Bij het bepalen van het risicoprofiel van de gemeente is de focus in belangrijke mate gelegd op de financiële risico’s rond het beleid en de bedrijfsvoering. In onderstaand overzicht worden van het totaal aantal geïnventariseerde risico’s de tien belangrijkste gepresenteerd. Dit zijn de risico’s die de hoogste bijdrage leveren aan de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit.
Tabel: top 10 risico's
Nr. | Risico | Kans¹ | Maximaal gevolg | Invloed² | Verschil 2019/2018³ |
---|---|---|---|---|---|
1. | Borgstelling geldlening Heliomare Kinder- en Jeugdcentrum | 10% | 14.800.000 | 16,8 | 0 |
2. | Garantstelling geldlening N.V. Huisvuilcentrale Alkmaar (HVC) | 10% | 13.800.000 | 16,0 | 0 |
3. | Bestemmingsreserve Desintegratiekosten ontoereikend voor de dekking van de doorlopende personeelslasten van de achtergebleven medewerkers van de voormalige Muziekschool. van de medewerkers | 50% | 1.000.000 | 8,6 | +5 |
4. | Open-einde karakter van de WMO | 70% | 500.000 | 5,6 | 0 |
5. | Hogere tarieven na aanbestedingen voor maatwerkvoorzieningen | 70% | 500.000 | 5,6 | 0 |
6. | Toenemende druk op algemene (welzijns- en zorg) voorzieningen als gevolg van de transformatie, met als risico dat problemen van burgers verergeren en alsnog een duurdere maatwerkvoorziening ingezet moet worden | 70% | 500.000 | 5,6 | 0 |
7. | Open-einde karakter van de regeling jeugdhulp inclusief het risico dat de transformatie van maatwerk naar algemene voorzieningen onvoldoende gerealiseerd kan worden | 50% | 500.000 | 4,0 | 0 |
8. | Gevolgen klimaatveranderingen | 30% | 1.000.000 | 3,4 | +2 |
9. | Meer klanten die aanspraak kunnen maken op een uitkering Participatiewet ten opzichte van het beschikbare budget | 50% | 500.000 | 2,9 | -6 |
10. | Kaders rioleringsplan te krap wegens overige kosten zoals kwijtschelding, toerekening overhead | 70% | 200.000 | 2,0 | N |
Totaal grote risico’s (top 10) | 33.300.000 | ||||
Overige risico’s | 9.859.002 | ||||
Totaal alle risico’s | 43.159.002 |
1 In de kolom Kans wordt weergegeven hoe groot de kans is dat het risico zich voordoet. Daarbij wordt de volgende indeling gehanteerd:
< 1 keer per 10 jaar: 10%.
1 keer per 5-10 jaar: 30%.
1 keer per 2-5 jaar: 50%.
1 keer per 1-2 jaar: 70%.
> 1 keer per jaar 90%.
2 De kolom Invloed geeft, rekening houdend met het kanspercentage, het relatieve aandeel weer van het betreffende risico ten opzichte van het totaal van de risico’s bij de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit.
³De kolomVerschil geeft het verschil met de Begroting 2018. N = nieuw of gewijzigd; 0 = ongewijzigd, + = gestegen en - = gedaald.