Begroting 2019

De gronden waarop de ramingen zijn gebaseerd

De uitgangspunten waarop de ramingen in de Begroting 2019-2022 zijn gebaseerd zijn geformuleerd in de Kadernota 2019. Hieronder worden de belangrijkste uitgangspunten voor de begroting in het kort nogmaals weergegeven. Uitgangspunt is om naast de gegevens uit de Begroting van 2018-2021 alle structurele financiële effecten voortkomend uit de raadsbesluiten tot en met mei 2018 alsmede de Voorjaarsnota 2018 mee te nemen. Daarnaast liggen de volgende uitgangspunten ten grondslag aan deze begroting.

Tabel: uitgangspunten

Omschrijving

Begroting 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

Inwoners en woonruimten:

Inwoners

39.200

39.200

39.400

39.550

39.620

Woonruimten

18.079

18.079

18.229

18.329

18.429

Financieel:

Prijsniveau (inflatie)

1,50%

1.50%

1,75%

1,75%

1,75%

Rente-omslagpercentage

1,50%

1,75%

1,75%

1,75%

1,75%

Rente% kort geld (3-maands)

0,00%

0,00%

0,25%

0,50%

1,00%

Rente% lang geld (10-jaars)

1,00%

1,50%

1,50%

2,00%

2,25%

Rente% beleggingen

0,00%

0,50%

0,50%

0,50%

1,00%

Rente% eigen financierings-

Middelen (Algemene reserve)

1,50%

1,50%

1,50%

1,50%

1,50%

Belastingen, tarieven en leges

1,50%

1,50%

1,75%

1,75%

1,75%

Subsidies

1,50%

1,50%

1,75%

1,75%

1,75%

Personeel en organisatie:

Loonkostenstijging

3,00%

2,75%

2,25%

2,25%

2,25%

Productieve norm-uren per formatieplaats per jaar

1.425

1.425

1.425

1.425

1.425

Risico's en weerstandsvermogen:

Zekerheidspercentage

80%

80%

80%

80%

80%