Begroting 2019

Algemeen

Ontwikkeling Algemene uitkering (effecten Meicirculaire 2018)

Om gemeenten in staat te stellen hun taken uit te voeren ontvangen zij financiële middelen van het Rijk. Een deel van deze middelen komt uit het Gemeentefonds en wordt uitgekeerd in de vorm van de Algemene uitkering. Naast deze uitkering ontvangen gemeenten specifieke uitkeringen. Voor deze uitkeringen ligt de bestedingsrichting vast. Andere bronnen van gemeentelijke inkomsten worden gevormd door gemeentelijke belastingen, dividend(en) en ontvangen rente.
De Algemene uitkering uit het Gemeentefonds is vrij besteedbaar. Gemeenten zijn, met inachtneming van wet- en regelgeving, autonoom in het voeren van hun beleid bekostigd uit het Gemeentefonds.

Op drie tijdstippen in het jaar verstrekt het Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties informatie over de ontwikkelingen van het Gemeentefonds. In mei op basis van de Voorjaarsnota, in september op basis van de Miljoenennota en in december, ter afronding van het lopende jaar, op basis van de najaarsnota. De circulaires bevatten ook actuele informatie die op een later tijdstip in de rijksbegroting wordt verwerkt. De mededelingen zijn steeds onder voorbehoud van parlementaire goedkeuring.

De eerder dit jaar extra gepubliceerde Maartcirculaire, waarin de gevolgen van het Regeerakkoord Rutte III werden verwerkt, liet een in meerjarig perspectief positief financieel beeld zien. Dit financiële effect is reeds in de Voorjaarsnota 2018 verwerkt.

In de Meicirculaire 2018 is deze financieel positieve ontwikkeling enigszins bijgesteld. Deze circulaire had een voornamelijk technisch karakter. De begrotingssystematiek voor het Sociaal domein en het BTW compensatiefonds werden aangepast. Voor 2019 en de daaropvolgende jaren daalt het accres.